1. Zorg dat je een vast slaapritme hebt.
Ga elke dag rond dezelfde tijd naar bed en sta rond dezelfde tijd weer op. Je zult dit minstens twee weken vol moeten houden, totdat je lichaam gewend is aan dit slaapritme. Je valt dan beter in slaap en je voelt je meer uitgerust.
2. Neem genoeg tijd om te slapen.
Moet je de volgende dag vroeg op? Ga dan eerder naar bed. Probeer tussen de 7 en 9 uur slaap te krijgen. Dit is enkel een richtlijn, want iedereen heeft een andere hoeveelheid slaap nodig. Voel je je overdag slaperig? Dan heb je niet genoeg slaap gehad.
3. Maak je kamer zo donker mogelijk.
Doe alle lampjes uit en doe de gordijnen dicht. Licht kan (onbewust) afleidend werken. In een donkere kamer val je dieper in slaap.
4. Zet alle apparatuur uit.
Sommige mensen zijn erg gevoelig voor de straling van apparaten. Hierdoor gaan ze heel onrustig slapen. Zet de tv, computer, je telefoon enz. allemaal uit. Ga niet meer computeren twee uur voordat je gaat slapen. Het felle licht van het scherm verstoort je biologische klok.
5. Zorg dat je ontspannen bent voor het slapen gaan.
Heb je een stressvolle dag gehad? Drink een kopje kamillethee voor het slapen. Kamille is een rustgevend kruid en helpt je beter te slapen. Concentreer je op je adem als je in bed ligt. Doordat je je op je adem concentreert, heb je geen ruimte voor andere (stressvolle) gedachtes. Als je ontspannen bent, dan slaap je veel beter.
6. Koop een goed kussen.
Probeer eens wat verschillende kussens uit. Er zijn kussens in allerlei vormen en maten. Heb je last van je nek, schouders of rug na het slapen? Vraag na welk kussen het beste bij jou past. Een goed kussen doet wonderen.
Slaap zacht!