Er was eens een kleine jongen die een ei vond. Hij wist niet dat het een ei van een arend was en legde het in het warme nest van een kip die aan het broeden was. De eieren kwamen uit – en tussen de kuikens bevond zich ook een arendskuiken. Omdat dit arenskuiken er geen idee van had dat er nog andere mogelijkheden bestonden, groeide hij op als een kip: hij krabde in de grond, pikte graankorrels, kakelde en sloeg onbeholpen met zijn vleugels.
Op een zekere dag hoorde het arendsjong de machtige roep van een arend die hoog boven hem voorbijzweefde. Hij keek op naar de schitterende vogel die majustueus boven hem rondcirkelde, voortgedreven door de wind. “Wat is dat?”, vroeg hij aan een kip die in de buurt stond. “Dat is de arend, de koning der vogels. Hij hoort in de lucht thuis; wij horen hier, op aarde. Wij zijn kippen”. De arend cirkelde nog eens rond en liet voor het laatst zijn roep horen. De jonge arend was echter weer overgegaan tot de orde van de kippendag: kakelen en graankorrels pikken. Hij leefde en stierf als een kip en reageerde nooit op de roepstem van de arend. Hij strekte niet een keer zijn vleugels in de lucht.
Kom jij wel tot bloei voor waar jij voor geboren bent?
Om te kunnen uitgroeien tot wie of wat je zou kunnen zijn, is het nodig om actief op zoek te gaan naar je bijzondere kwaliteiten. Dat kunnen hele gewone menselijke zaken zijn. Denk maar aan de arend….
met dank aan Marlies Terstegge van het boek “Geef flow aan je leven”.