In de zomer breng ik mijn tijd graag door in het gezelschap van vrienden en bekenden uit Nederland. De aanloop begint meestal in mei, wanneer de eersten deze kant op komen, en houdt aan tot eind september. De afgelopen maanden heb ik daarom al heel vaak bijgekletst met mensen die ik lang – soms heel lang – niet heb gezien. Zij zien ‘ons Pilion’ natuurlijk met andere ogen dan ik, want een land ervaar je nu eenmaal anders wanneer je op vakantie bent dan wanneer je er woont. Dat is leuk, maar ook best vermoeiend, want keer op keer ‘moet’ ik opnieuw uitleggen hoe het er hier aan toe gaat. Ik doe dat met liefde, want ik vind het nog steeds fantastisch dat er mensen zijn die alleen maar naar Pilion zijn gekomen omdat wij er wonen. Ik koester die vriendschappen en maak er graag tijd voor vrij, ook al kan het soms qua werk eigenlijk niet.
Als je constant moet jongleren tussen je werk en je sociale contacten, en daarin prioriteiten moet stellen, dan kies je uiteraard meestal voor de mensen die van ver komen en die je maar zelden ziet. Dat betekent dat ik mijn hier in Pilion wonende en werkende vrienden tijdens de zomermaanden nauwelijks zie of spreek. ‘Dat komt wel weer in de winter,’ zeggen we dan tegen elkaar, want we zijn allemaal emigranten en ieder van ons heeft te maken met dezelfde ‘problemen’. Maar ook in de winter komt het er vaak niet van, want dan moeten we de in de zomer opgelopen achterstand dubbel en dwars inhalen en is het vaak lastig afspreken vanwege de weersomstandigheden. Voor je het weet is het dan alweer mei zonder dat we erin geslaagd zijn elkaar te treffen.
Zo kon het gebeuren dat ik deze week een mailtje kreeg van een goede Pilion-vriendin waarin ze vertelde dat ze ‘een tsipourootje zou doen’ met wederzijdse vrienden in de taverna bij ons in het dorp, en vroeg of wij soms zin hadden om aan te schuiven, want het was minstens een jaar geleden dat we elkaar hadden gezien. Zin hadden we zeker en gisteravond was het zover. Met negen man zaten we aan tafel en wat was het heerlijk om weer eens gewoon ‘onder ons’ te zijn; met allemaal mensen die het heel normaal vonden om met z’n allen uit dezelfde schalen te prikken, met voor ons gewone gerechten die eindelijk eens een keer niet uitgelegd hoefden te worden. Het was heel relaxed om eens een keertje niet te hoeven praten over wat je in Pilion beslist niet mag missen, maar lekker te kletsen over de ervaringen van elke dag, over ons zo vreemde en tegelijkertijd inmiddels vertrouwde huis-tuin-en-keuken leven.
Naarmate ik langer hier woon, realiseer ik me dat ik de wereld die ik heb achtergelaten meer ontgroeid ben dan ik dacht. O ja, de oude vriendschappen zijn gebleven en er zijn ook heel veel nieuwe vriendschappen ontstaan, maar ze zijn toch anders door de afstand en door de verschillende werelden waarin we leven. Ik vind het heel fijn dat die bruggen naar mijn oude leven er nog steeds zijn, en ik hoop dat ze er altijd zullen blijven. Toch ben ik ook blij dat ik erin ben geslaagd om nieuwe bruggen te bouwen, naar mensen die net als ik hun aandacht moeten verdelen tussen twee werelden. Heel vaak spreken ze mijn taal niet en komen ze uit andere landen. Maar op de een of andere manier zijn we elkaar hier in Pilion tegengekomen en begrijpen we elkaar helemaal… omdat we hier allemaal ooit een nieuw leven zijn begonnen en ons uiterste best moeten doen om dat leven waar te maken. Ik koester hun vriendschap en hoop oprecht dat we de komende winter meer tijd voor elkaar kunnen vrij maken. Want n ding weet ik heel zeker: zonder deze vrienden zou mijn leven er hier op Pilion toch heel wat eenzamer uitzien 😉